
‘De hond van Sara moet morgen naar het asiel.’
Mijn dochter zit met haar armen om me heen geslagen achterop de Felyx. Ik breng haar naar hockey. Ze heeft zaaltraining in Loosduinen, dat is de andere kant van de stad. Buienradar zegt dat er sneeuw komt.
‘Heeft ze dat verteld?’
‘Ja, in de pauze. Ze keek de hele ochtend al verdrietig en toen vroeg ik wat er was en toen heeft ze het verteld. Ze gaan op vakantie en Momo mag niet mee.’